Zephyrnet-logo

Krugman ontkracht Amerikaanse conservatieve mythen over het economische succes van Europa

Datum:

In een recent opiniestuk voor The New York Times biedt Nobelprijswinnaar econoom Paul Krugman een overtuigend tegenverhaal voor de conservatieve afschildering van Europa als een waarschuwend verhaal voor de Verenigde Staten. Door zijn kenmerkende mix van humor en wijsheid betwist Krugman de beweringen van figuren als Kristi Noem, de gouverneur van South Dakota, over de veronderstelde gevaren van het beleid van president Biden dat de VS op een Europese weg zou leiden.

Krugman is een Amerikaanse econoom en professor. Hij is vooral bekend vanwege zijn werk op het gebied van de internationale economie en macro-economie. Krugman ontving in 2008 de Nobelprijs voor de Herdenking van de Economische Wetenschappen voor zijn analyse van handelspatronen en de locatie van economische activiteit.

Krugman, geboren op 28 februari 1953 in Albany, New York, behaalde zijn bachelordiploma aan de Yale University en zijn Ph.D. van MIT. Hij heeft gedurende zijn carrière verschillende prestigieuze academische posities bekleed, waaronder hoogleraarschappen aan het MIT, Princeton University en de City University of New York.

Krugman kreeg bekendheid door zijn academisch onderzoek, schrijven en publiek commentaar op economische kwesties. Hij is auteur van talloze boeken, columns en artikelen en levert regelmatig bijdragen aan publicaties als The New York Times, waar hij regelmatig een column schrijft over economie en politiek.

Naast zijn academische en journalistieke werk staat Krugman bekend om zijn pleidooi voor de Keynesiaanse economie en zijn kritiek op bezuinigingsmaatregelen tijdens economische neergang. Hij was een uitgesproken criticus van bepaald economisch beleid en voerde debatten met andere economen en beleidsmakers over verschillende economische kwesties.

Europa versus de VS: een realitycheck

Krugman begint zijn kritiek door op humoristische wijze in te gaan op de waarschuwingen van Kristi Noem, de Republikeinse gouverneur van South Dakota, die luidruchtig zijn bezorgdheid heeft geuit over het feit dat het beleid van president Biden ‘ons naar Europa zou kunnen leiden’. Noem, een prominent figuur binnen de MAGA-beweging en soms genoemd als potentiële running mate voor Donald Trump, vertegenwoordigt de conservatieve vrees voor het adopteren van Europese sociale en economische modellen. Krugman maakt grapjes over dergelijke angsten en benadrukt de potentiële voordelen van de Europese aanpak, zoals een hogere levensverwachting en verbeterde openbare diensten, om zich af te vragen of deze uitkomsten inderdaad zo schadelijk zouden zijn als Noem suggereert.

In tegenstelling tot deze beweringen wijst Krugman erop dat Europa en de VS vanaf 2019 in veel opzichten economisch vergelijkbaar waren. De werkgelegenheidscijfers voor volwassenen in hun beste arbeidsjaren waren in de grote Europese landen iets hoger dan in de VS, wat de mythe van de massale Europese werkloosheid ontkrachtte. Bovendien waren de productiviteitsniveaus in Europa vergelijkbaar met die in de VS, wat erop wijst dat Europeanen even technologisch onderlegd en innovatief zijn.


<!–

Niet in gebruik

->


<!–

Niet in gebruik

->

Het ware beeld van de Europese welvaart

Krugman erkent dat hoewel het reële bbp per hoofd van de bevolking in Europa over het algemeen lager is dan in de VS, dit grotendeels te wijten is aan het feit dat Europeanen ervoor kiezen meer vakantie te nemen, een levensstijlkeuze in plaats van een economische tekortkoming. Hij benadrukt ook de toenemende kloof in de levensverwachting in het voordeel van Europa, wat wijst op een hogere levenskwaliteit.

Bij het aanpakken van de echte problemen waarmee Europa wordt geconfronteerd, zoals het Zweedse bendegeweld en het rechtse populisme in Denemarken, stelt Krugman dat deze problemen geen afbreuk doen aan de algehele economische en sociale gezondheid van Europa, vooral niet in vergelijking met andere delen van de wereld.

Demografie als sleutel tot economische groeiverschillen

Krugman schrijft de waargenomen ongelijkheid in de economische groei tussen de VS en Europa voornamelijk toe aan demografische verschillen. De Amerikaanse beroepsbevolking kende tussen 1999 en 2019 een aanzienlijke groei, in tegenstelling tot die in Europa, die stagneerde. Deze demografische factor verklaart grotendeels het verschil in de totale bbp-groei, waarbij beide regio's vergelijkbare groeicijfers per hoofd van de bevolking laten zien als er wordt gecorrigeerd voor veranderingen in de beroepsbevolking.

Pandemische en beleidsreacties

Wat het pandemische tijdperk betreft, merkt Krugman op dat zowel Europa als de VS te maken kregen met inflatie als gevolg van verstoringen door COVID-19 en de Russische invasie van Oekraïne. De VS kenden echter een sterker economisch herstel, waarschijnlijk als gevolg van agressievere overheidsuitgaven onder het bewind van Biden. Krugman bekritiseert de Europese beleidsmakers vanwege hun conservatieve benadering van economisch herstel, waarbij ze zich te veel richten op inflatie en schulden ten koste van de groei.

Uitgelichte afbeelding via Pixabay

spot_img

Laatste intelligentie

spot_img