Pasgeboren Italia Trasporto Aereo (ITA) zal de verliesgevende Alitalia vervangen. De Schatkist van Italië heeft een deal gesloten met de Europese Commissie voor ITA om de huidige door schulden geteisterde Alitalia op 15 oktober 2021 te vervangen door 52 vliegtuigen.
De raad van bestuur van ITA SpA heeft vandaag onder voorzitterschap van Alfredo Altavilla de richtlijnen van het bedrijfsplan 2021-2025 ontmoet en goedgekeurd.
ITA zal in staat zijn om de activa te verwerven die nodig zijn om de vluchtdivisie te beheren door middel van rechtstreekse onderhandelingen met Alitalia die momenteel in Buitengewone Administratie is.
ITA zal beginnen met een slottoewijzing in overeenstemming met de oorspronkelijke omvang van haar vloot, waarbij 85% van de slots die Alitalia momenteel bezit op de luchthaven Milaan Linate en 43% van de slots op de internationale luchthaven Rome Fiumicino behoudt, waarbij laatstgenoemde minder overbelast is dan Linate en met een grotere beschikbaarheid van slots die kunnen worden verworven om de verwachte groei van het aantal vluchten tijdens de looptijd van het plan te ondersteunen.
De Europese Commissie heeft vastgesteld dat een Italiaanse steunmaatregel van 39.7 miljoen euro ter ondersteuning van Alitalia in overeenstemming is met de EU-staatssteunregels. Deze maatregel heeft tot doel de luchtvaartmaatschappij te vergoeden voor de schade die zij op bepaalde routes heeft geleden als gevolg van de uitbraak van het coronavirus in de periode tussen 1 maart en 30 april 2021.
Alitalia is een grote netwerkluchtvaartmaatschappij die actief is in Italië. Met een vloot van meer dan 95 vliegtuigen. In 2019 bedient het bedrijf honderden bestemmingen over de hele wereld en vervoerde het ongeveer 20 miljoen passagiers van zijn belangrijkste hub in Rome en andere Italiaanse luchthavens naar verschillende internationale bestemmingen.
De beperkingen die in Italië en andere landen zijn ingesteld om de verspreiding van een tweede en derde golf van de coronaviruspandemie te beperken, hebben de activiteiten van Alitalia zwaar getroffen. Als gevolg hiervan heeft Alitalia tot ten minste 30 april 2021 aanzienlijke exploitatieverliezen geleden.
Op 25 juni 2021 heeft Italië bij de Commissie een aanvullende steunmaatregel aangemeld om Alitalia te vergoeden voor verdere schade die zij heeft geleden op bepaalde specifieke routes van 1 maart tot 30 april 2021 als gevolg van de noodmaatregelen die nodig zijn om de verspreiding van het virus te beperken. De steun zal de vorm aannemen van een directe subsidie van 39.7 miljoen euro, wat overeenkomt met de geschatte schade die de luchtvaartmaatschappij in die periode rechtstreeks heeft toegebracht volgens een route-per-route analyse van de in aanmerking komende routes. Dit volgt op de besluiten van de Commissie van 12 mei 2021, 26 maart 2021, 29 december 2020 en 4 september 2020 goedkeuring van Italiaanse schadecompensatiemaatregelen ten gunste van Alitalia, waarbij de luchtvaartmaatschappij de schade vergoedt die zij heeft geleden van respectievelijk 1 tot 31 januari 2021, 1 november tot 31 december 2020, 16 juni tot 31 oktober 2020 en 1 maart tot 15 juni 2020.
De Commissie heeft de maatregel beoordeeld onder Artikel 107 (2) (b) van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU), dat de Commissie in staat stelt staatssteunmaatregelen van de lidstaten goed te keuren om specifieke bedrijven of sectoren te vergoeden voor schade die rechtstreeks is veroorzaakt door uitzonderlijke gebeurtenissen. De Commissie is van oordeel dat de uitbraak van het coronavirus als een uitzonderlijke gebeurtenis kan worden aangemerkt, aangezien het een buitengewone, onvoorziene gebeurtenis is met aanzienlijke economische gevolgen. Als gevolg hiervan zijn uitzonderlijke interventies van de lidstaat om de schade als gevolg van de uitbraak te vergoeden gerechtvaardigd.
De Commissie heeft vastgesteld dat de Italiaanse maatregel de schade vergoedt die Alitalia heeft geleden en die rechtstreeks verband houdt met de uitbraak van het coronavirus die als een uitzonderlijke gebeurtenis kan worden aangemerkt. De schade wordt berekend als het verlies aan winstgevendheid op bepaalde routes als gevolg van de reisbeperkingen en andere inperkingsmaatregelen gedurende de betreffende periode. Het oordeelde ook dat de maatregel evenredig is, aangezien de door Italië overgelegde kwantitatieve analyse per route de aan de inperkingsmaatregelen toe te schrijven schade naar behoren identificeert, en dat de compensatie dus niet hoger is dan nodig is om de schade op die routes te vergoeden.
Op basis hiervan concludeerde de Commissie dat de aanvullende Italiaanse schadecompensatiemaatregel in overeenstemming is met de EU-staatssteunregels.
Achtergrond
Op basis van de ontvangen klachten heeft de Commissie op 23 april 2018 een formele onderzoeksprocedure ingeleid naar 900 miljoen euro aan leningen die Italië in 2017 aan Alitalia heeft verstrekt. Op 28 februari 2020 heeft de Commissie een afzonderlijke formele onderzoeksprocedure ingeleid naar aanleiding van een aanvullende lening van 400 miljoen euro. door Italië in oktober 2019. Beide onderzoeken zijn aan de gang.
Financiële steun uit EU- of nationale fondsen die aan gezondheidsdiensten of andere openbare diensten worden verleend om de situatie rond het coronavirus aan te pakken, valt buiten het toepassingsgebied van het staatssteuntoezicht. Hetzelfde geldt voor alle financiële overheidssteun die rechtstreeks aan burgers wordt gegeven. Evenzo vallen overheidssteunmaatregelen die voor alle bedrijven beschikbaar zijn, zoals loonsubsidies en opschorting van de betaling van vennootschaps- en btw of sociale premies, niet onder het toezicht op staatssteun en behoeven zij geen goedkeuring van de Commissie op grond van de EU-staatssteunregels. In al deze gevallen kunnen de lidstaten onmiddellijk optreden.
Wanneer de staatssteunregels van toepassing zijn, kunnen de lidstaten, in overeenstemming met het bestaande EU-staatssteunkader, ruime steunmaatregelen opzetten ter ondersteuning van specifieke bedrijven of sectoren die lijden onder de gevolgen van de uitbraak van het coronavirus. Op 13 maart 2020 heeft de Commissie een Mededeling over een gecoördineerde economische reactie op de COVID-19-uitbraak deze mogelijkheden uiteenzetten.
In dit opzicht bijvoorbeeld:
- De lidstaten kunnen specifieke bedrijven of specifieke sectoren (in de vorm van regelingen) vergoeden voor de geleden schade als gevolg van en rechtstreeks veroorzaakt door uitzonderlijke gebeurtenissen, zoals die veroorzaakt door de uitbraak van het coronavirus. Dit is voorzien in artikel 107, lid 2, onder b), VWEU.
- Staatssteunregels op basis van artikel 107, lid 3, onder c), VWEU stellen lidstaten in staat bedrijven te helpen het hoofd te bieden aan liquiditeitstekorten en dringende reddingssteun nodig hebben.
- Dit kan worden aangevuld met tal van aanvullende maatregelen, zoals onder de de-minimisverordening en de algemene groepsvrijstellingsverordening, die ook onmiddellijk door de lidstaten kunnen worden ingevoerd, zonder tussenkomst van de Commissie.
In het geval van bijzonder ernstige economische situaties, zoals die waarmee alle lidstaten momenteel worden geconfronteerd als gevolg van de uitbraak van het coronavirus, stellen de EU-staatssteunregels de lidstaten in staat steun te verlenen om een ernstige verstoring van hun economie op te heffen. Dit is bepaald in artikel 107, lid 3, onder b), VWEU van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.
PlatoAi. Web3 opnieuw uitgevonden. Gegevensintelligentie versterkt.
Klik hier om toegang te krijgen.