“Pakistan veroordeelt de bouw en inwijding van de ‘Ram-tempel’ op de plaats van de gesloopte Babri-moskee in de Indiase stad Ayodhya”, aldus het ministerie van Buitenlandse Zaken van het land.
Uren na de 'Pran Pratishtha'-ceremonie in Ram Mandir in Ayodhya bracht de Pakistaanse regering een verklaring uit waarin zij de wijdingsceremonie veroordeelde.
“Pakistan veroordeelt de bouw en inwijding van de ‘Ram-tempel’ op de plaats van de gesloopte Babri-moskee in de Indiase stad Ayodhya”, aldus het ministerie van Buitenlandse Zaken van het land in een bericht op X (voorheen Twitter).
“Een tempel gebouwd op de plek van een gesloopte moskee zal de komende tijd een smet op de Indiase democratie blijven. Opvallend is dat er een groeiende lijst van moskeeën is, waaronder de Gyanvapi-moskee in Varanasi en de Shahi Eidgah-moskee in Mathura, die te maken krijgen met soortgelijke ontwijding en vernietiging”, aldus de verklaring.
“De ontwikkelingen van de afgelopen 31 jaar, die hebben geleid tot de wijdingsceremonie van vandaag, zijn indicatief voor het groeiende meerderheidsdenken in India. Deze vormen een belangrijk facet van de voortdurende inspanningen voor sociale, economische en politieke marginalisering van Indiase moslims”, aldus het rapport.
Pakistan drong er ook bij de Indiase regering op aan om de “veiligheid en beveiliging van religieuze minderheden”, inclusief moslims en hun heilige plaatsen, te waarborgen. Volgens Human Rights Watch worden religieuze minderheden zoals hindoes, christenen en Ahmadi's echter geconfronteerd met aanhoudende discriminatie, waaronder sociale uitsluiting, beperkte kansen en zelfs geweld in Pakistan.
Premier Narendra Modi leidde maandag de 'Pran Pratishtha'-rituelen in Ram Mandir in Ayodhya, toen de tempel werd ingewijd, ter gelegenheid van de thuiskomst van Heer Ram na 500 jaar.
Na de ceremonie strooide premier Narendra Modi bloemblaadjes over arbeiders die deel uitmaakten van de bouwploeg van de grote tempel in Ayodhya.
Pakistan uitte ook zijn bezorgdheid over het feit dat de “opkomende vloed van de Hindutva-ideologie” in India een “ernstige bedreiging” vormt voor de religieuze harmonie en de regionale vrede.